Selecteer een pagina

Japan

Wat tof dat je aan de slag gaat met de opdrachten bij de fotokaarten uit Japan! Ik wens je veel plezier toe met schrijven. Zorg dat je pen en papier klaar hebt liggen en om het extra fijn te maken, een lekker kopje koffie of thee. Wist je dat koffie erg populair is in Japan? Thee wordt meestal gedronken bij de maaltijd, bijv. matcha thee of groene thee.
Heb je de kaarten nog niet? Bestel ze dan in de winkel.

Opdracht 1: Wat zie ik?

Leg de kaarten voor je op tafel, met de foto naar je toe. Kies nu de kaart die je het meeste aanspreekt. Probeer er niet over na te denken, pak de kaart op gevoel.

  • Bekijk de kaart goed. Schrijf in één regel op wat je ziet. Bijvoorbeeld: ik zie een bloesemboom met takken waar groene bladeren, roze knoppen en witte bloemen aan groeien.
  • Blijf naar de kaart kijken. Wat doet de foto met je, waar krijg je zin in als je hier naar kijkt? Schrijf dit op in één regel. Bijvoorbeeld: dit maakt me vrolijk, ik krijg zin om naar buiten te gaan en te genieten.
  • Maak nu de verbinding tussen regel 1 en regel 2. Bijvoorbeeld: het voorjaar is de tijd van verliefd zijn op het leven.

We gaan de korte tekst verwerken tot een haiku of senryu. Dit is een dichtvorm met een vaste vorm en bestaat uit drie regels:
regel 1 – 5 lettergrepen
regel 2 – 7 lettergrepen
regel 3 – 5 lettergrepen

De haiku bevat seizoenselementen en seizoenswoorden zoals sneeuw en bloesem. Wist je dat Japan naast lente, zomer, herfst en winter nog een seizoen kent? Namelijk nieuwjaar. De haiku speelt zich af in de tegenwoordige tijd.
De senryu heeft dezelfde vorm maar is niet gebonden aan seizoenen of natuur. In een senryu staat de mens centraal en dan vooral de onvolmaakte menselijkheid.

Voorbeeld:
Bloesem dwarrelt zacht
Kust de aarde met een zucht
Blozende lente

Opdracht 2: Van betekenis

Draai de kaart die je in opdracht 1 hebt gebruikt om. Je ziet een Japans woord met de Nederlandse vertaling ervan. Wat betekent dit woord voor jou? Ga vijf minuten free writen: je zet een timer, begint met schrijven over dit woord en stopt tussendoor niet om terug te lezen. Als je niet weet wat je moet schrijven dan schrijf je dat, “ik weet niet wat ik moet schrijven”, enzovoort.

Lees vervolgens je freewriting terug. Onderstreep / omcirkel de mooiste woorden. We gaan nu je gedicht uit de eerste opdracht uitbreiden.

De tanka (ook wel: waka) is ook een Japans gedicht waarin de lettergrepen leidend zijn: de tanka bestaat uit vijf regels met doorgaans 5-7-5-7-7 lettergrepen. Het gedicht heeft geen opzettelijke rijm of een vastgestelde maat. In de tanka raakt een natuurimpressie aan een gevoel of valt er op een natuurlijke wijze mee samen. De tanka verwoordt hoe een natuurindruk / seizoenskenmerk en een eigen beleving elkaar vinden; met elkaar een gedicht vormen.

De kyoka is een variant op de tanka en heeft hetzelfde schema (5-7-5-7-7 lettergrepen). De kyoka is de aardse / ironische / speelse tegenhanger van de meer klassieke en filosofische tanka. De kyoka gaat over wat ons zoal bezighoudt of ons overkomt; over wat we zien gebeuren of menen dat er plaatsvindt.

Voorbeeld:
Bloesem dwarrelt zacht
Kust de aarde met een zucht
Blozende lente
Gekietel op mijn wangen
Verliefdheid of toch hooikoorts?

Opdracht 3: Er zit muziek in

Leg de kaarten opnieuw voor je op tafel, met de tekst naar je toe. Leg de kaart die je in opdracht 1 en 2 hebt gebruikt, opzij. Sluit je ogen, neem je tijd en kies op gevoel een kaart.

Heb je een kaart gekozen? Dan mag je nu de woorden lezen die er op staan. Beantwoord vervolgens de volgende vragen:

  • Welk beeld zie je meteen voor je bij deze woorden?
  • Welke kleur past bij deze woorden?
  • Welk zintuig (zien, horen, proeven, ruiken, voelen) hoort bij deze woorden en waarom?
  • Welk jaargetijde hoort hier bij?
  • Welke muziek past er bij?

Ga op zoek naar de muziek die bij deze woorden past en schrijf terwijl je er naar luistert. Wat komt er in je op?
Tijdens het luisteren kun je de kaart omdraaien om de foto te zien. Misschien verrast het je. Misschien voelt het kloppend. Ook daar kun je over schrijven.

Extra opdracht:

Maak een elf met je antwoorden en tekst uit opdracht 3. Een elf is een gedicht van elf woorden verdeeld over vijf regels, het hoeft niet te rijmen. Deze elf schrijf je als volgt:
Regel 1: één zintuigwoord
Regel 2: twee woorden die iets toevoegen aan regel 1
Regel 3: drie woorden met een beeld of kleur erin
Regel 4: vier woorden die samen een vraag vormen
Regel 5: één woord, antwoord of afsluitend woord

Voorbeeld:
flakkeren
eternal flame
mijn oranje vlam
met een kort lontje?
aanstekelijk

Meer lezen? Kees van Kooten, fan van de haiku, deelt schrijftips in dit artikel in Trouw.