Christoffel Plantijn bracht zijn leven door tussen de boeken. Samen met zijn vrouw en vijf dochters leefde hij in een statig pand aan de Vrijdagmarkt in Antwerpen. Met Jan Moretus bouwde hij een indrukwekkende drukkerij op. Zowel het huis als de drukkerij zijn te bezoeken onder de noemer Museum Plantin Moretus, je krijgt er een goed beeld van hoe de boeken vierhonderd jaar geleden gedrukt werden.
In de 16de eeuw heeft elk lettercorps zijn eigen naam, soms genoemd naar de ontwerper, zoals de letter Garamond. Andere corpsen, denk aan Bible en Cicero, verwijzen naar de tekst waarin ze voorkomen. Het is meestal de uitgever die beslist over het formaat, het lettertype en de papiersoort. Plantijn begint met lettermateriaal dat ook andere drukkers makkelijk kunnen kopen. Maar al snel kiest hij voor exclusievere lettertypes als Granjon.
Lezen vindt men voor de gewone mens en voor vrouwen gevaarlijk. De drukkerij brengt daar verandering in en al snel is een boek niet langer een luxeartikel voor een elite van adel, humanisten en geestelijken. Plantijn en Moretus bereiken een groot publiek met het drukken van liedboekjes, almanakken en reisverhalen. Werden teksten voorheen vooral hardop voorgelezen, mensen gaan meer en meer individueel en in stilte lezen. De Bijbel is het best verkochte boek.
In het interieur van het woonhuis staan prachtige kunstkabinetten. Op het eerste oog zijn het luxe meubels om waardevolle voorwerpen zoals juwelen, munten en papieren in op te bergen. Wist je dat deze mooie kasten vaak geheime lades en dubbele bodems hebben? Wie weet zit er nog een goed verborgen schat in 😉
Graag gelezen, Karen!
Dankjewel Mieke!